De biologisch-dynamische zaai-, plant- en oogstkalender

Korte Geschiedenis

De oorsprong van de kalenders.

In alle oude culturen vinden we ze terug: van de Maya’s in Amerika, van Azië tot de Kelten.

De kalendermakers richten zich op de hemel.

Zij ontdekten hemelverschijnselen waarop zij voor hun tijdrekening konden vertrouwen

 

Rudolf Steiner (1861-1925):

Hij legde de basis voor het biologisch-dynamisch tuinieren.

 

Maria Thun heeft in 1963...

... een zaaikalender samengesteld die de leidraad vormt om optimale resultaten te behalen. Zij stelde dat de maan en de aarde, bij het doorlopen van de sterrenbeelden uit de dierenriem, verschillende invloeden uitoefenden op de natuur op aarde. Zij heeft meerdere jaren proeven met planten gedaan, met als doel deze invloeden beter te leren kennen en te hanteren. Aan groei en opbrengst werd aangetoond, dat niet alleen de maanfazen invloeden had, maar dat bovendien de inbreng van de stand van de maan, in de dierenriem, merkelijk groter was. Maar dat is nog een ander verhaal.

 

Erika Reise (1970) was het hoofd van het Informatiecentrum van de Biologisch-Dynamische methode aan het Goetheanum in Dornacht, Zwitserland.

 

In 1987 heeft Jan Vanmarcke, toen voorzitter van het “Werk der Volkstuinen” te Kluisbergen, gewestelijke inspecteur, en secretaris van het gewest Oudenaarde, "De Biologisch-Dynamische zaai- en plantkalender" voor het eerst samengesteld.

 

In 2000 heeft José Orins de kalender ontworpen, zoals je hem nu kent. Zo ontstond de huidige zaai- plant- en oogstkalender: die de dagen, voor grond bewerkingen, het zaaien, planten, verzorgen en oogsten aangeeft, om optimale resultaten te verkrijgen. Vanaf 11 mei 2011 heeft men een werkgroep opgericht, voor het opmaken van de kalenders vanaf 2012. Vanaf 2017 verzorgen José Orins en Martens Katrien de creatie van de kalender. Pascal Hubau en Willy Verplancken hebben vanaf 2020 de creaties verder gezet.


Willen we de maan als gids in onze tuin?

Sinds het biologisch gericht tuinieren zijn terechte plaats verwierf krijgen ook "lunalogen" onder de tuinders een luisterend oor.

Maar wat is de waarheid over de invloed van de maan op land- en tuinbouw?

Hemellichamen hebben de mens altijd gefascineerd al was het maar om hun feeërieke sfeer.

Niet alleen boeit het "hemeldeskundigen", ook zij die met beide voeten op en in de aarde staan, worden er door gebiologeerd - mogelijk zelf letterlijk.

Geen wonder dat vooral de maan hoge verwachtingen oproept, en mogelijk niet helemaal ten onrechte.

Verbazend is dat de maan wel degelijk invloed uitoefent op de grote watermassa's die aanwezig zijn op de aarde.

Waarom dan ook niet op de mensen, dieren, planten, die voor het overgrote deel uit water bestaande leven op onze planeet?

 

DE AARDE, DE MAAN en ons ZONNESTELSEL

Bij het doorlopen van de sterrenbeelden van de Zodiac, de dierenriem:

In 24 uur draait de aarde één keer om haar eigen as.

De maan draait om de aarde in 27,321661 dagen.

Zij draaien beiden om de zon in 365 dagen 5 uur 48 m 45,2 s.

Zon, aarde, maan en planeten (ons zonnestelsel) draaien om de as van de Melkweg in 200 miljoen jaren.

Ons zonnestelsel: de zon en de maan hebben invloeden op onze aarde.

Zo hebben we onze seizoenen: lente, zomer, herfst en winter.

De zon is een ster – één van de miljarden sterren in een verzameling sterren, die we het melkwegstelsel noemen.

Van dergelijke stelsels bestaan er in het heelal ook weer miljarden.

Men weet onder meer dat onze Melkweg om zijn as draait.

In de siderische Zodiac (dierenriem) onderscheid we 12 sterrenbeelden: Ram, Stier, Tweelingen, Kreeft, Leeuw, Maagd, Weegschaal, Schorpioen, Boogschutter, Steenbok, Waterman, Vissen.

De zon geeft onze planeet bovendien ook nogal wat extra licht, warmte, kracht en stralen (UV, UVI, gamma, röntgen…). Het zichtbare licht strekt zich uit van 4000 tot 7000 Angström.

De zon is een radiobron. Dat weet men al sinds de beginperiode van het radiosterrekundig onderzoek. Het röntgen en gamma onderzoek van de zon dateert uit de jaren 1960, omdat men pas toen de beschikking kreeg over de middelen om buiten de dampkring waarnemingen te kunnen doen. De radiosterrenkunde heeft geweldig veel bijgedragen aan onze kennis over het heelal.

Ook de astrologie spreekt een woordje mee. Alle dierenriemtekens van boogschutter tot tweeling kent men een stijgende kracht toe die overeenstemt met een geleidelijke toename van de groei en bloei. De overige dierenriemtekens corresponderen met dalende krachten met rijpheid, oogst, neergang en rust.

 

DE MAAN:

In zijn 27 dagen, 7 uren, 43 min. en 12 sec. durende omtrek rond de aarde, brengt de maan onze planeet bovendien ook nog extra licht. Licht evenwel dat eerder een spectrum naar het infrarode vertoont, maar niettemin extra licht, één van de levends bevorderende elementen. Bovendien stellen zij dat er op aarde meerdere elementen zijn die de groeifasen van planten beïnvloeden. Believers slagen er vooralsnog niet in het gelijk naar hun kant te halen. Als we echter weten dat de samenstelling van de bodem, klimatologische omstandigheden en de diverse biotopen belangrijk zijn voor de ontwikkeling van planten, en als we weten dat de stand van de maan daarop inspeelt, dan kan men moeilijk beweren dat de maan géén invloed zou hebben. Wie wil tuinieren op het ritme van de maan zal alvast rekening moeten gaan houden met de maanfasen.

 

DE MAANFASEN:

De fasen van de maan ontstaan doordat de maan zelf geen licht uitstraalt.

De verlichte zijde reflecteert zonlicht.

De donkere kant weerkaatst licht van de aarde.

1. Is de donkere zijde van de maan naar de aarde toegekeerd, dan is het nieuwe maan.

2. Tussen 1. en 3. is het wassende maan.

3. Is de maan half (na nieuwe maan) dan is het eerste kwartier.

4.Tussen 3. en 5. is het opkomende maan.

5. Is de verlichte zijde van de maan volledig naar de aarde toegekeerd, dan is het volle maan.

6.Tussen 5. en 7. is het afnemende maan.

7. Is de maan half (na volle maan) dan is het laatste kwartier.

8.Tussen 7. en 1. dat noemen ze afnemende maansikkel.

1. Is de donkere zijde van de maan terug naar de aard

 

  • Klimmende Maan

Als de maan van zuiden naar noorden beweegt is het klimmende maan.

- Zaaitijd: gunstig om te zaaien.

Als het middelpunt van de maan zijn grootste zuidelijk min (-) declinatie bereikt.

Is de overgang van dalende naar klimmende maan.

 

  • Dalende Maan

Als de maan van noorden naar zuiden beweegt is het dalende maan.

- Planttijd: gunstig om te planten, snoeien, enten en bemesten.

Als het middelpunt van de maan zijn grootste noordelijke plus (+) declinatie bereikt.

Is de overgang van klimmende naar dalende maan.

  

  • De maan in dalende en klimmende maanknoop.

De kruispunten, waar de maan door de ecliptica loopt, noemen de knopen van de maanbaan.

Het kruispunt, waar de maan het eclipticavlak van zuid naar noord doorsnijdt, is de klimmende maanknoop.

Het kruispunt, waar de maan het eclipticavlak van noord naar zuid doorsnijdt, is de dalende maanknoop.

De ecliptica is de projectie vanuit de zon van de aardbaan.

Het eclipticavlak is het vlak van de aardbaan.

 

  • Maar wat is nu de rosse maan?

Volgens overlevering: zeggen de éne

Als er in de maand april twee maanwisselingen zijn, is het de laatste maanwisseling de rosse maan.

Andere zeggen: Als er tussen 5 april en 14 mei twee maanwisselingen zijn, is het de laatste maanwisseling de rosse maan

De rosse maan is meestal een voorteken van nachtelijke afkoeling.

Vele tuinders hebben altijd al een vrees gekend voor de rosse maan.

Het roest worden van nieuwe knoppen, wat zoveel betekent als het vervriezen ervan, gaven onze voorouders de schuld aan de rosse maan. Ieder zal wel weten dat er zich nog nachtvorst voordoet in de eerste veertien dagen van de maand mei! Ja, de ijsheiligen: Mammertuis, Pancratuis, Servatius en Bonifatuis. (van 11 mei tot 14 mei)


De plantensoorten en dierentekens verbonden aan de vier natuurelementen:

Vruchtgewassen: horen bij het element vuur en zijn verbonden met Ram, Leeuw en Boogschutter.

Wortelgewassen: horen bij het element aarde en zijn verbonden met Stier, Maagd en Steenbok.

Bloemgewassen: horen bij het element licht en zijn verbonden met Tweeling, Weegschaal en Waterman.

Bladgewassen: horen bij het element water en zijn verbonden met Vissen, Kreeft en Schorpioen.

 

Indeling gewassen:

  • Vruchtgewassen: 

Aardbeien, alle fruit en graan soorten, aubergines, augurken, bessen, bonen, courgetten, erwten, komkommers, meloen, paprika’s, pepers, physalis, pompoen, tomaten, suiker mais, en kruiden geteeld voor hun zaden en/of vruchten.

  • Wortelgewassen: (knolgewassen)

Aardappelen, aard peer, ajuin, biet, knoflook, koolraap, knolvenkel, merikswortel, pastinaak, raap, radijs, rammenas, rode biet, sjalot, schorseneer, witloof, wortelen en kruiden geteeld voor de knollen en/of wortels, bloembollen.

  • Bloemgewassen:

Artisjok, bloemen, bloemkool, broccoli, goudbloemen en tuinbloemen.

Éénjarige en vaste bloemen, alle kruiden geteeld voor hun bloemen.

  • Bladgewassen:

Andijvie, asperges, bladkolen, bleekselder, grassen, kardoen, kervel, molsla, notensla, peterselie, prei, postelein, rucola, rode zurkel, sla, snijselder, snijbiet, spinazie, veldsla, waarmoes en kruiden welke geteeld om hun blad.

 

Wat zijn nu sterrenbeelden

De sterrenbeelden zijn door de mens gemaakt.

Ze verdelen de hemelbol in stukken.

Ieder deel herbergt een mythologisch figuur met een verhaal.

Sterrenbeelden bestaan meer dan 6.000 jaar.

Ze hadden dan al de functie van een kalender.

De boeren wisten wanneer een bepaald sterrenbeeld op een bepaalde plaats aan de hemel stond, het tijd was om te zaaien,

planten, mesten of te oogsten.         

In 1929 werden de grenzen van de sterrenbeelden definitief vastgelegd door de International Astronomische Unie.

 

De hemelbol werd verdeeld in 88 sterrenbeelden.

Wij gebruiken maar 12 sterrenbeelden.

Iedere ster aan de hemel hoort bij een sterrenbeeld.

 

Maria Thun over de zaai- & planttijden:

Een wassende maan zal de bovengrondse groei en bloei bevorderen.

De afnemende maan de ondergrondse plantendelen gunstig beïnvloeden.

Twee dagen voor volle maan is altijd zeer gunstig om te zaaien en/of te planten.

Nieuwe maan is altijd ongunstig omdat de planten voortijdig zullen opschieten.

(kan dan wel gunstig zijn bij zaadwinning)

Zaaien of planten op nieuwe maan geeft groeiremming.

De maan in dalende en klimmende maanknoop zal altijd ongunstig zijn om te zaaien en te planten.

(groeiremmende invloed) het is dan wel gunstig om te wieden.

De dagen waar maan op de kleinste of grootste afstand is van aarde zal altijd ongunstig zijn om te zaaien en om te planten.

(groeiremmende invloed)

Bij klimmende maan en bij maansverduistering is het gunstig om te zaaien en ongunstig om te planten.

Bij dalende maan is het gunstig om te planten en ongunstig om te zaaien.

De begin periode van klimmende maan: bevordert in grote mate het kiemen.

Daarom in het een geschikte moment om de bodem te bewerken, het wieden en te enten

De begin periode van dalende maan: is zeer geschikt om te planten en verpotten.

Daarom in het een geschikte moment om te verspenen, toedienen van compost en te snoeien.

Zaaien en planten bij zonverduistering, de dagen waar zon op de kleinste of grootste afstand is van aarde zal altijd ongunstig zijn om te zaaien en om te planten.

Eenvoudig gesteld komt het er op neer dat we wortelgewassen en knolgewassen bij voorkeur zaaien na volle maan.

Vrucht- en blad- en bloemgewassen zaai je best bij wassende maan.

Verplanten of verpoten gebeurt ook het best bij wassende maan.

 

Maria Thun over de Oogsttijden:

Het tijdstip van oogsten heeft invloed op de houdbaarheid en op de kwaliteit van de oogst.

De bovengrondse delen van gewassen oogsten bij stijgende maan (zaaidagen). Dit zijn:    

  • Vruchtgewassen oogsten op de vruchtdagen.
  • Bloemgewassen & snijbloemen oogsten op de bloemdagen.                    
  • Bladgewassen oogsten op de bladdagen maar enkel ’s ochtends.
  • Bladgewassen voor de diepvries of verwerking niet op bladdagen.
  • Kruiden die je oogst voor het blad en/of bloem op bloemdagen maar enkel ’s ochtends.
  • Kruiden die je oogst voor de zaden en/of vruchten oogsten op vruchtdagen.
  • Kruiden die je oogst voor de wortels op worteldagen enkel ’s namiddags.
  • Appels & peren e.d. enkel oogsten op de fruitdagen en bij stijgende maan (op zaaidagen)
  • Kersen, bessen e.d. oogsten op de bloem- & vruchtdagen.
  • Zaaizaden nooit oogsten op bladdagen
  • Kappen van bomen oogsten op de bloemdagen

De ondergrondse delen van de gewassen, oogsten bij dalende maan (plantdagen). Dit zijn:

  • Wortel- & knolgewassen oogsten op de worteldagen maar enkel in de namiddag.

Tot slot: 

Eeuwen lang was het leven nauw verbonden met het land.

Het werk volgde de seizoenen, onze voorouders begrepen het ritme van de natuur.

Wordt het geen tijd om de draad terug op te nemen, waar we hem losgelaten hebben,

toen we onze moestuinen ombouwden tot grasveld.

Hebben we in het westen al ooit zo ver afgestaan van de natuur?

We wonen in steden, in straten vol straatlantarens, zodat we ’s nachts de sterren niet meer zien.

We kennen het verschil niet meer tussen de wassende maan en de afnemende maan,

laat staan dat we de sterrenbeelden kunnen herkennen.


Onze jaarlijkse kalender krijg je gratis bij je lidmaatschap van Tuinhier Kluisbergen.

De kalender is ook apart aan te kopen zowel digitaal als op papier.